Frankrijk - Pécharmant - Domaine des Bertranoux
OverzichtDomaine des Bertranoux
Frankrijk - Pécharmant
Druif: merlot, cabernet sauvignon, cabernet franc en malbec.
Smaak & Geur: Een wijn met veel fruit, souplesse en stevigheid.
Lekker bij: Vleesgerechten, kazen
Weetje: De appellatie Pécharmant bevindt zich in het Zuidwesten van Frankrijk en ligt op de heuvels ten noordoosten van Bergerac. Pécharmant is een relatief klein wijngebied dat dankzij het dynamisme van enkele jonge wijnbouwers, die zich bewust zijn van de mogelijkheden en de rijkdom van de streek, een enorme opwaardering kent.
In 1946 werd de herkomstbenaming AOC officieel erkend voor wijngaarden die gelegen zijn in vier gemeenten: Bergerac, Creysse, Lembras en St. Saveur.
Geschiedenis: Vlak na de tweede wereldoorlog heeft een handjevol wijnboeren uit de streek van Bergerac, zonder veel omhaal, de benaming Pécharmant zo maar uitgevonden om hun wijnen beter herkenbaar op de markt te brengen.
De benaming is ontstaan door het aaneenkoppelen van twee woorden: "Pech" en "Armant".
Pech is een Keltisch woord en staat voor: grond. Armant van zijn kant is niets meer dan de voornaam Armand, die in de 13de eeuw, toen er alleen nog maar voornamen in zwang waren, blijkbaar de eigenaar was van dit gebied.
De wijnbouw: De wijnen uit de Pécharmant hebben zonder twijfel de langste bewaarmogelijkheden van alle wijnen uit de streek. Vol en stevig gebouwd hebben zij voldoende tannine om zeker de eerste vier tot zes jaar beter te worden. Anderzijds zijn het wijnen die al van bij het begin af flatteren door hun mooie volle fruitsmaak.
De opbrengst moet er beperkt zijn tot 45 hl per ha.
De wijn moet minstens gedurende 12 maanden in gistkuipen of op houten vaten rijpen.
Wijnen die de AOC Pécharmant willen voeren, moeten op zijn minst drie van de toegelaten druivenrassen gebruiken.
Terroir & Klimaat: In Bergerac begint de grond met een kiezelzandlaag op een ondergrond van keitjes. De helling naar Pécharmant toe verandert dan geleidelijk in zand en kiezel uit de Périgord, met midden erin een ijzerhoudende kleilaag die men lokaal "tran" noemt. Zo iets vindt men iets meer ten westen ook terug in Saint-Emilion.